Charlotte Lenting: Van sportarts naar corona afdeling

,

Als wielrenster maakte ze op jonge leeftijd indruk als tijdrijdster, reed ze onder meer de Giro Rosa en behoorde ze tot de nationale selectie. Nu is Charlotte Lenting als sportarts in opleiding aan Prestatiecentrum Arnhem verbonden. Daar begon ze onlangs vanuit haar opleiding een 2,5 jaar durende sportmedische begeleidingsstage. Een traject dat ruw onderbroken werd door het corona virus. “Ik werk nu op de spoedeisende hulp van het Martini Ziekenhuis Groningen. Daar zie ik nu dagelijks patiënten waarbij bijna iedereen verdacht is van corona.” In dit vierde interview van onze dit jaar gestarte serie interviews spreken we met Lenting.

Nee, twee maand geleden had Lenting niet verwacht dat ze nu dit werk aan het doen zou zijn. “Ik was eigenlijk net begonnen op het Elderveld”, vertelt de uit Didam afkomstige 27-jarige arts. “Vanuit mijn opleiding doe ik er een sportmedische begeleidingsstage. In die 2,5 jaar werk ik daarbij zelfstandig, met begeleiding op afstand van een sportarts. Dat is Tom Brandon, een sportarts uit Zwolle die in Arnhem actief is. Samen met hem en Nout van der Velden, van Topsport Gelderland en Sportbedrijf Arnhem, vormen we zeg maar een trio.”

“Ik ben er om vragen te beantwoorden over blessurepreventie, trainingsvragen, maar ook andere sociale vragen.”

Lenting gaat bij Prestatiecentrum Arnhem sporters helpen die daar actief zijn binnen de Regionale Training Centra. “Als sportarts bied ik mijn diensten er met name aan wielrenners en zwemmers aan. Zij krijgen mijn begeleiding en ik zal ook wekelijks aanwezig zijn bij trainingen. Om vragen te beantwoorden over blessurepreventie, trainingsvragen, maar ook andere sociale vragen. Zo zijn de meeste trainers mannelijk en kunnen meiden bijvoorbeeld voor vragen over hormonen of menstruatie bij mij terecht.”

Juiste invulling vinden
Een arts binnen het sportcentrum en de RTC’s, dat is een echte aanvulling. “Als arts kijk je net wat breder dan de fysiotherapeut. Ik hoop dat ik er een steentje in kan bijdragen om deze sporters te helpen in hun carrière”, vertelt Lenting. Met Brandon en Van der Velden maakte ze al plannen. “We hebben veel met zijn drieën om tafel gezeten, om te kijken wat de structuur moet zijn en wanneer ik aanwezig kan zijn. Nout vormt een tussenpilaar tussen mij en de trainers. We waren met de trainers bezig om te kijken welke invulling we aan mijn rol kunnen geven. Zo bleek de begeleiding bij de volleyballers al heel goed te zijn en wordt mijn rol daar nihil. Bij de wielrenners en zwemmers bleek juist meer behoefte te zijn.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Werken op de corona afdeling
Waar de begeleiding bij Prestatiecentrum Arnhem dus op gang kwam, kwam plots het coronavirus om de hoek kijken. Lenting: “Mijn prioriteiten zijn nu even anders ja. Ik ben nu derdejaars sportarts in opleiding en zou in Groningen op de polikliniek sportgeneeskunde werken. Maar alle dokters die in de polikliniek werkzaam zijn worden nu elders ingezet en de afgelopen weken ben ik ingezet op de spoedeisende hulp. Ik zie nu patiënten voor cardiologie en longziekten. Iedere patiënt wangen we in pak op, met een mondkapje, bril, et cetera. Dat is wel even ander werk dan op de polikliniek.”

Voor Lenting is het overigens geen gooi in het diepe. “Wat scheelt in dit werk is dat ik wel op spoedeisende hulp in Winterswijk heb gewerkt. De eerste dagen werkten we thuis als dokters, maar nu is het ook fijn dat je opgeroepen wordt. Je wilt toch ook graag wat doen. Het is heel anders werken en soms best heftig als mensen die jong zijn ziek binnenkomen. Dat vergt andere kwaliteiten van je. Je bent door het aan- en uitkleden in de pakken langer bezig met een patiënt en er zijn ook zieke patiënten die binnenkomen. Ik ben blij dat ik deze bijdrage kan leveren.”

“Zeker gezamenlijke trainingen met de jonge talenten binnen het RTC zijn een risico, omdat je als  sporter balanceert tussen training en herstel en dit het nodige van je immuunsysteem kan vragen.”

Het is afwachten voor hoe lang dat nodig zal zijn, maar goede hoop is er wel. “Ik hoop natuurlijk dat ik zo snel mogelijk weer op het Elderveld aan de slag kan, want ik zat te springen om te beginnen.” Wanneer dat zal zijn, dat is nu wel even de vraag. “Ik denk als arts dat we heel voorzichtig moeten zijn met dingen oppakken. Zeker gezamenlijke trainingen met de jonge talenten binnen het RTC zijn een risico, omdat je als  sporter balanceert tussen training en herstel en dit het nodige van je immuunsysteem kan vragen. Belangrijk is dat iedereen zich aan de maatregelen houdt. Dan denk ik dat we over een aantal weken toch wel weer voorzichtig wat dingen op kunnen gaan pakken. Daar hoop ik wel op.”

Boodschappen benoemen
En als ze dat kan, dan kijkt Lenting ook graag vooruit naar de toekomst. “We hebben nu een mooie start gemaakt. Het zou mooi zijn om de structuur binnen de RTC’s bij Prestatiecentrum Arnhem goed op te zetten, zodat ik op de lange termijn iets moois neer kan zetten als extra begeleiding naast de begeleiding die er al is. Waar veel andere sportartsen deze stage bij een voetbalclub doen, sprak dat wereldje mij niet zo aan. Ik vind het leuk om met de jeugdige talenten te werken die er nog net niet zijn. En dan ook aan de preventieve kant te werken. Zo heeft Topsport Gelderland alles mooi staan met de leerlijnen. Ik herken uit mijn eigen sportverleden dat dit veel kan bijdragen aan de jeugdige sportcarrière en denk dat ik als sportarts best wat extra boodschappen heb voor de sporters. Dat hoop ik ook na die 2,5 jaar te kunnen blijven doen.”


Het interview met Charlotte Lenting is de vierde in een nieuwe serie interviews. Globaal gezien eens per maand zullen we iemand interviewen die op welke manier dan ook betrokken is bij Topsport Gelderland. Van sporters tot trainers, coaches en ouders van sporters en van specialisten met wie we werken tot onze eigen werknemers. Eerder interviewden we sportdiëtiste Marleen Boerboom, Claudia Goumans van de Young Talent Academy en Pascal Kamperman van Achterhoek in Beweging.