Interview: De tijd van Kimberley Bos
Een nieuwe slee, de Olympische Spelen in aantocht en trainingsstages in Canada en Zuid-Korea… Het leven van Kimberley Bos is volop in beweging. Na haar verrassende doorbraak in 2015, is ze zomaar kandidaat om naar PyeongChang te mogen. ‘Maar het duurt nog tot 14 januari voordat ik weet of ik erheen mag.’
Ze hoort het wel vaker, dat die verschillen van 0,04 of zelfs 0,01 seconden zo minimaal zijn in haar sport. ‘Maar dan wijs ik naar de atletiek, of naar het schaatsen. Daar zijn de verschillen misschien wel kleiner, want wij gaan harder. Veel harder. Dus bij ons scheelt het tussen nummer 1 en 2 soms wel enkele decimeters. Terwijl dat bij schaatsen bijvoorbeeld misschien maar een paar centimeter is.’
Kimberley Bos behoort bij het Gelders Tiental, de tien sporters die extra worden ondersteund door Topsport Gelderland. ‘Ik heb er écht veel aan gehad’, vertelt ze enthousiast. ‘Ik weet nog dat Sebastiaan Kuiper van Topsport Gelderland voor me regelde dat ik vrij kreeg van de Middelbare School. Of dat ik een plekje kreeg in een Sportschool. En ze hebben samen met mij naar sponsoren gezocht.’
Het worden spannende maanden voor Bos, de eerste wedstrijd is op 9 november in Lake Placid. ‘Ik heb deze zomer hard getraind. Krachttraining, springtraining, alles rondom de start. Dat er een startbaan van rails in Harderwijk is, is natuurlijk prachtig. Daar was ik wel minstens één keer per week te vinden. En verder’, zo vertelt ze. ‘Verder werk ik in de zomer zo nu en dan als fysiotherapeute.’
Ze beseft dat ze een van de weinigen is die het hele talententraject heeft afgelegd. En die ondertussen zelfs een studie heeft afgerond. ‘Die mentaliteit zit gewoon wel in me. Dat had ik het met turnen, in mijn studie en nu ook met mijn topsport. Samen met mijn trainingsmaatje Joska le Conté regel ik het verblijf. We delen een hotelkamer om de kosten wat binnen de perken te houden, maar verder is het geen hostel meer waar we logeren. Het gaat er professioneel aan toe. Zo ver zijn we inmiddels wel.’
Kimberleys dagen zitten vol, hoewel ze natuurlijk maar beperkt op de banen te vinden is. ‘Dat hou je ook niet eindeloos vol, want die afdalingen kosten kracht en energie.’ Maar de preparatie van de slee, de kracht- en lenigheidsoefeningen, er gaat zoveel tijd in zitten. ‘Het is handig dat ik vroeger geturnd heb. Daar heb ik een zekere lenigheid aan over gehouden. En daar heb ik nu profijt van.’ Alles staat in elk geval in het teken van haar sport. ‘Tja, en de nieuwe slee he. Daar moet ik uren mee maken. Sowieso is het van belang dat ik veel uren maak. Het gaat om de ervaring die je meebrengt. Ik merk dat ik toch telkens weer een stukje beter word.’
Op de vraag wat ze het leukst vindt aan haar sport, blijft het even stil. Dan: ‘Het is prachtig om jouw slee goed naar beneden te sturen. Hoe beter je stuurt, des te harder ga je. Soms wel 120 kilometer per uur. Nee, daar ben ik niet bang voor, nooit geweest ook. Ik ben verder geen snelheidsfreak hoor. Een beetje fel optrekken met de auto vind ik wel leuk, maar dat hoort vast bij de leeftijd. Ik heb nog nooit een snelheidsboete gehad.’
Foto: Ron LeBlanc