Column: Sportspiegels

,

Wie kent hem niet, Keizer Narcissus, de heerser van de voetbalvelden, de best gekapte speler van Europa en omstreken, en tevens het grootste kind: Christiano Ronaldo. Of zoals zijn sponsor hem ooit probeerde te promoten: CR7. Ik neem de lezer even mee naar de Griekse mythologie waar het schitterende verhaal over Narcissus voor het eerst werd opgeschreven. De knappe jongeman die de ene na de andere vrouw afwijst en alleen maar voor de jacht leeft. (Vul voor jacht het woordje voetbal in, en we zijn bij CR7.)

Narcissus komt na al dat eindeloze jagen en die botte afwijzingen bij een ‘heilige vijver’. Daar durft geen herfstblaadje in te vallen en geen dier uit te drinken. Het water is glashelder en als Ronaldo, pardon Narcissus, uit de vijver wil drinken, ziet hij verbaasd de knapste en mooiste mens die hij ooit aanschouwde. Verwonderd en geraakt door zoveel schoonheid staart Narcissus in de vijver, maar als hij het beeld wil kussen en omhelzen verdwijnt het in de rimpeling van het water. Even later, als het oppervlak weer glad is, verschijnt het beeld opnieuw.

Het is 2 mei 2017, ik zie Ronaldo op het heilige voetbalveld van het Bernabeu-stadion. Hij heeft weer eens gescoord en rent opgetogen naar een lege plek op het veld. Het zou me niet verbazen als zijn medespelers inmiddels eerst elkaar opzoeken voordat ze hem feliciteren. ‘Laat Ronnie eerst even alleen’, adviseert aanvoerder Sergio Ramos. Die ziet, net als miljoenen toeschouwers, dat Ronaldo zijn goal viert. Aan zijn manier van juichen kun je zien dat de arme voetballer geestelijk niet veel ouder is geworden dan vier of zes. Hij is het trotse jongetje dat voor mama een tekening heeft gemaakt. Zijn hopeloze gekras wordt met gejuich ontvangen en de trots van het ventje kent nauwelijks grenzen.

Vertederend is het… Bij een jongetje of meisje van vier of zes. Bij Ronaldo is het vooral genant, al raak je er ook aan gewend. Zijn gezwaai naar de tribunes, zijn opzwellende borstkast en – het allermooiste – zijn blik naar een van de grote videoschermen in het stadion. Als Ronaldo zou mogen, zou hij alles en iedereen tot stilte manen. En wijzen op het beeld van hem, van HEM. Hij zou vragen of de mensen het, net als hijzelf, ook niet het allermooiste beeld van de mens ooit vinden. Ja, hij zou het liefst stil zitten en kijken naar zichzelf. Hij zou zijn hand uitstrekken en zijn beeld willen strelen, liefkozen. En net als Narcissus zou Ronaldo sterven van verdriet omdat hij het allermooiste niet lief kan hebben.

Van Ronaldo naar Dafne Schippers lijkt een reusachtige stap, maar uw dienaar kan het uitleggen. Deze week stond onze beste atlete ever met een interview in de Volkskrant. Daarin vertelde ze over de leegte na een overwinning, over het verdriet na een vierde of tweede plek. Ik citeer: ‘Soms win je een wedstrijd en voel je je de volgende ochtend toch nog hetzelfde als drie dagen daarvoor. Ik vroeg me af: hoe kan dat? Moet ik nu niet veel blijer zijn? Je denkt dat je wereld zal veranderen op het moment dat je wint, maar dat blijkt niet zo te zijn. En ik vergeet soms te genieten. Maar hoe doe je dat eigenlijk, bewust genieten?’ Een eindje verderop zegt Dafne: ‘Ik heb me na De Spelen wel afgevraagd waarom ik het nog deed. Is het leuk? Nee. Waarom doe ik het dan? Geen idee.’

In lezingen of presentaties gebruik ik bijna altijd het spel ‘Sportspiegels’, waarin ik de sport gebruik als spiegel van de ziel. Hoe ga je om met verlies? Met winst ook? En wat doe je als je zonder doping tweede wordt en met doping de winnaar? En zeg nu niet te snel dat je geen doping neemt, niet net zo ijdel wordt als Ronaldo, of even vreugdeloos als Dafne na een zege. Het zijn de menselijke zwakheden die ons door de bekende sporters zonder al te veel opsmuk worden getoond. En voor wie denkt dat ik een hekel heb aan Ronaldo, ik vermoed dat uw dienaar totaal, maar dan ook totaal van het padje was geweest als hij in de speciaal voor hem gemaakte schoenen van Ronaldo had gestaan. Dus daarom: hoed af voor Narcissus. (pardon, Ronaldo)

Marcel Rözer


Over Marcel Rözer
Columnist, schrijver, journalist, presentator, programmamaker en niet te vergeten, Gelderlander. Het gaat allemaal op voor Marcel Rözer. Met zijn bedrijf ‘Puntjes op de O’ is hij multi-inzetbaar. Voor Topsport Gelderland schrijf Marcel maandelijks een column waarin hij zijn licht werpt op de actualiteiten in de sportwereld. Ook interviewt hij voor deze website geregeld talentvolle sporters.