Column: Moe

Novak Djokovic ‘ging af’ op Wimbledon. Althans, dat schreven de kranten nadat hij had verloren van Sam Querrey, de nummer 41 van de wereld. Ik moest denken aan de briljante commentaren van voetbalanalisten, sowieso al een fascinerende mensensoort. Die plegen te zeggen dat ‘een doelpunt nooit had mogen vallen’ en zeker niet in de laatste minuten. ‘Dat mag niet gebeuren’, zeggen ze dan in koor. Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Djokovic mag níet verliezen. Na 30 gewonnen partijen in een mind-fucking game mag je niet een keer een slechte dag hebben. Want dan ben je dus afgegaan.

Alberto Contador ging in de eerste Tourweek twee keer op zijn plaat. De eerste keer vond ik vrij opvallend, hij ging eigenlijk onderuit op een plek waar dat best onlogisch was. Onlogisch voor een topwielrenner. Was het pech of was hij niet gewoon moe voordat hij aan de Tour begon?

Ik kijk naar het EK-voetbal en constateer dat de toppers he-le-maal kapot zijn. Engeland, dat veel spelers uit de Premier League kent, lag uitgeteld nog voor de wedstrijd tegen IJsland afgelopen was. De Vikingen hebben Gylfi Sigurdsson als sterspeler. Die is van Swansea City en hij had als een van de weinigen bij IJsland er een seizoen opzitten van Premier League, League Cup en FA Cup. De rest speelt op een lager niveau en kon het gebrek aan kwaliteit compenseren met werklust en teamgeest. Sigurdsson was na het hoogtepunt tegen Engeland compleet op en zelfs IJsland oogde vermoeid. Ook de Engelse, Duitse, Franse topvoetballers hadden de pijp leeg. Iemand als Wayne Rooney had naast de slopende competities in eigen land ook nog verplichtingen in de Champions League, maar daar kwam Man United, gelukkig voor hem, niet heel ver. Toch oogde de 30-jarige Rooney als een oude man.

En wat te denken van Ronaldo? Het beste jongetje van de klas is er elke wedstrijd bij. En dat betekent dat hij tussen de zestig en zeventig wedstrijden per seizoen voetbalt. Zoveel keer negentig minuten kijken de mensen naar Ronaldo en verwachten dat hij scoort, pingelt, schittert en gek juicht. Hoeveel energie kost dat? Wat doet dat met iemand? Er is een filmpje waarin Ronaldo zijn zoontje laat raden welke auto er niet in de garage staat… Kijk en huiver, dat is wat onmetelijke roem en rijkdom met iemand doet.

Op de Duitse tv sprak Ewald Lienen, trainer van cultclub St. Pauli, onverbloemd over Sebastian Schweinsteiger. ‘Hij is 32, maar wie hem ziet lopen denkt dat hij een veteraan is. Hij is moe en dat is volledig te begrijpen. Als je ziet hoeveel duels topspelers moeten afwerken… Dat is niet gezond meer.’ Wie de strafschop van Schweinsteiger na Italië-Duitsland nog eens terugkijkt, hij nam de vijfde en kon de strijd beslissen, ziet een speler die eigenlijk aan het einde van zijn Latijn is. Nadat hij over heeft geschoten, bukt ‘Schweini’ en strekt zijn benen. Kramp?

Ja natuurlijk, ze verdienen zoveel geld, daar mag toch wel iets tegenover staan, zult u zeggen. Ze hebben niets te klagen, enzovoort. Klopt. Maar dan stel ik de volgende vraag: ‘Stel u hebt een getalenteerd kind en u mag nu kiezen, het wordt een absolute topper, of (net) niet?

Er blinkt goud voor heel weinig sporters, maar is dat niet een valse voorstelling van zaken? Is het echt fijn om Novak Djokovic te zijn? Boris Becker, zijn coach, stond ooit op nummer 1 van de ATP-ranking. Daarna raakte de toen piepjonge Duitser zwaar gestresst. De druk om als allerbeste door het leven te gaan was immens.

Het blijft razend interessant om te zien hoe topsporters – het blijven net mensen – omgaan met de druk. De arme Italiaan Zaza, je zult maar vernoemd zijn naar de kakkerlak uit de verhalen van Annie M.G. Schmidt, huppelde tijdens de aanloop voor zijn penalty bij Italië-Duitsland. Hij schoot over en vond zichzelf terug op tientallen filmpjes op You Tube. Zijn aanloopje werd vergeleken met honden, eenden en meeuwen. Pèlle, (‘als je haar maar goed zit’) gebaarde naar Neuer dat hij een stiftje zou gaan doen.

Domme actie, maar nadat hij als een pupil naast had geschoten, viel de halve wereld over hem heen. Een normaal mens zou zich diep schamen, maar een topsporter is inmiddels geen normaal mens meer. Het is een product, hij moet winnen, voor volk en vaderland, voor de sponsors, voor nog meer eer, glorie en euro’s. Dat wordt je toch dood- en doodmoe van? En een beetje gestoord.

Marcel Rözer


Over Marcel Rözer
Columnist, schrijver, journalist, presentator, programmamaker en niet te vergeten, Gelderlander. Het gaat allemaal op voor Marcel Rözer. Met zijn bedrijf ‘Puntjes op de O’ is hij multi-inzetbaar. Voor Topsport Gelderland schrijf Marcel maandelijks een column waarin hij zijn licht werpt op de actualiteiten in de sportwereld. Ook interviewt hij voor deze website geregeld talentvolle sporters.