Interview: Ruchama zoekt het plezier (terug)

Eigenlijk weet ze het even niet. Het leven van Ruchama Juriën (21) bestaat al een jaar of negen uit het bedrijven van topsport. Eerst was ze onderdeel van de nationale sprintselectie en woonde ze dicht in de buurt van Papendal. ‘Maar ik raakte geblesseerd. Kreeg een stressfractuur, niet ongewoon bij atleten, en lag er een seizoen uit. Daarna kwamen er bezuinigingen en omdat ik geen resultaten had geboekt, werd ik min of meer wegbezuinigd.’

Steve Mc Ewen, de coach van de baanwielrenners, had haar al eens gevraagd om mee te trainen. ‘En toen ben ik eigenlijk ‘voor de grap’ eens op zo’n fiets gestapt. Tja, dat beviel wel. We hebben een paar tests gedaan en daaruit bleek dat mijn explosieve aanleg ook wel van pas komt bij het baanwielrennen. Ik heb het een tijdje gedaan en volgens Steve kan ik het ver schoppen. Of ik voor die weg ga kiezen? Ik weet het nu even niet.’

Ze woont momenteel weer even bij haar ouders in Maastricht. ‘Ik ben aan het afstuderen bij Sport en Bewegingseducatie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. En doe ondertussen een pre-Master Bewegingswetenschappen. Volgend jaar hoop ik daar de Master in af te ronden. Toen ik op de Middelbare School zat ben ik, doordat ik druk was met mijn sport, teruggegaan van VWO naar HAVO. Bij SBE heb ik in het eerste jaar mijn propedeuse niet gehaald omdat ik op een trainingsstage in het buitenland zat en zo één van de vakken niet kon voltooien. Anders was ik na dat jaar al naar de universiteit gegaan. Topsport heeft me dus al aardig wat tijd gekost. Misschien is het nu wel genoeg geweest en wil ik eerst voor die diploma’s gaan.’

Na de opmerking dat haar ouders daar wel heel blij mee zullen zijn, klinkt er een zelfbewust ‘nee hoor’. ‘Mijn ouders hebben me altijd gesteund in wat ik doe. Ze willen vooral dat ik plezier heb. Ik ben nu met een paar meiden hier uit de buurt aan het wielrennen. De Limburgse heuvels zijn natuurlijk prachtig om te trainen. Mijn vader heeft vrij fanatiek gewielrend. Ik denk dat ik zijn lichaamsbouw heb.’

‘Ik ga binnenkort weer terug verhuizen naar Arnhem, want daar zit toch het grootste deel van mijn vriendenclub. En wie weet ga ik verder met het baanwielrennen. Dat is toch een sport waarin je op latere leeftijd nog in door kunt breken. Ik merk dat ik de sport vooral mis omdat ik nu geen doel heb. Dat was zo fijn om topsporter te zijn, er was altijd iets om naar toe te werken.’

Het studentikoze leven van uitgaan en feesten heeft ze nooit gemist. ‘Ik merk dat ik nu wel wat vaker op stap ga, maar eerlijk gezegd hoeft dat van mij niet zo. In Maastricht sta ik, als ik dan een keer de bloemetjes buiten zet, vaak tussen jongeren van vijftien, zestien jaar. Daar vind ik niets aan. Ik ga me nu de komende tijd vooral op mijn studie richten. Wat ik over tien jaar doe? Ik hoop dan te werken in een revalidatie-instelling. Die wens had ik al voordat ik geblesseerd raakte, maar die is daar alleen maar aangewakkerd. Het is fijn om met mensen te werken die tijdelijk beperkt zijn in hun lichamelijke mogelijkheden. Om die mensen handvatten te bieden waardoor ze weer bewegen en sporten kunnen, dat is zo dankbaar.’

Of de naam Ruchama Juriën na een google-actie nog treffers op gaat leveren als baanwielrenner weet ze niet. ‘In de atletiek had ik geen plezier meer. Het gekke is dat je het ene moment traint op Papendal, met toptrainers en topatleten. En als je dan geblesseerd raakt val je terug op club-niveau. Daar zijn mensen vrijwillig aan het sporten, gewoon omdat ze het leuk vinden, en hebben ze geen over het algemeen geen topklimaat. Daar heb ik mijn plezier verloren. Ik verwijt die mensen niets maar mijn instelling was gewoon anders. Hoe het ook verder gaat ik zal altijd blijven sporten, of er weer een topsportbestaan in zit, dat kan ik nu even niet zeggen.’