Aandacht voor inrichting jeugdopleiding

,

Hoe richt ik mijn jeugdopleiding in? Op welke manieren kan ik dit doen? Ligt de focus op ontwikkelen of resultaat? Vragen waar veel verenigingen mee te maken hebben. En wat is nou eigenlijk talent? Waarom wordt de ene persoon wel gekozen en de andere niet? Op al die vragen en meer werd maandagavond een antwoord gezocht én gevonden tijdens de bijeenkomst ‘Inrichting jeugdopleiding; ontwikkelen of resultaat?’. Die werd georganiseerd door Topsport Gelderland, voor het Talentclub Netwerk Nijmegen.

In een avondvullend programma in het clubgebouw van Nijmegen Atletiek kwamen vier sprekers aan bod. Dat waren Peter Laverman (Nijmegen Atletiek), Jan Willem Teunissen (HAN Sport en Bewegen), Marco Postma (Cycling Acadamy Gelderland) en Bart Raijmakers (Atletiek Unie). Zij hielden allen een eigen presentatie van ongeveer een half uur per persoon. “Het was een goed bezochte bijeenkomst”, aldus Ferry Greevink, die de avond namens Topsport Gelderland en de Gemeente Nijmegen organiseerde. “Er werd aandacht geschonken aan het inrichten van de jeugdopleiding voor het netwerk rondom talentontwikkeling in Nijmegen.”

Na een introductie door Greevink trapte Laverman de avond af. Hij ging in zijn presentatie in op de manier waarop ze bij Nijmegen Atletiek de groepsindeling hebben ingericht op basis van motivatie. “Nijmegen Atletiek heeft alle junioren bevraagd naar hun motivatie en waarom ze naar de training komen.” Teunissen was de tweede spreker. Hij is naast docent en onderzoeker op de Hogeschool Arnhem en Nijmegen ook co-auteur van Athletic Skills Model en deelde zijn ervaringen over hoe hij bij Ajax en FC Twente de jeugdopleiding breed motorisch heeft ingericht. Daarbij ging Teunissen er ook op in waarom bij die clubs voor deze weg gekozen is en waarom hij voetballers ook andere sporten liet doen, zoals judo en rugby.

Na een korte pauze kwam in twee verschillende presentatie het LTAD-model (Long Term Athlete Development) aan bod. Postma is binnen de KNWU betrokken bij een project om het LTAD-model een meer praktische uitwerking voor verenigingen te geven. Hij zal deelde hoe de KNWU het LTAD-model heeft omarmt en hoe ze het LTAD model bij Cycling Academy Gelderland en zijn wielerclub RETO toe proberen te passen.

Tot slot was het woord aan Raijmakers, consultant bij Spyrlo Ondersteuning van Sport. Hij heeft binnen de Atletiekunie een grote bijdrage geleverd aan de vernieuwde jeugdvisie en hoe de Atletiekunie het LTAD-model heeft geïmplementeerd in de jeugdvisie. Een belangrijk aspect dat aan bod kwam is de ‘focus op ontwikkeling’ (“eerst leren, dan winnen”).